zwiepen

De volgende definities zijn er voor het woord zwiepen

  • inergatief veerkrachtig doorbuigen en weer terugspringen Het kind zwiepte heen en weer op de trampoline.  ▸ Omdat het bemoste stenen pad glad was, liep ik ernaast, op het natte, harde jonge gras, zwaaiend met de lege ketel om de regendruppels uit het hoge siergras te zwiepen.[2] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.