zottin

De volgende definities zijn er voor het woord zottin

  • een vrouw die gek is De vertelster, een jonge vrouw, doet stukje bij beetje het leven van haar grootmoeder uit de doeken. Het is een eigenzinnige dame die in haar geboortedorp als een zottin te boek stond, de ware liefde niet vond, op haar dertigste nog ongehuwd was en in arren moede trouwde met een uit de oorlog teruggekeerde soldaat van wie ze niet kon houden. Ter bestrijding van haar nierstenen gaat ze naar een kuuroord op het vasteland, waar ze een gewonde soldaat ontmoet op wie ze verliefd wordt. [2]  Sympathie voelt hij slechts voor andere buitenstaanders: de zottin van de stad en een onthechte losbol met de naam Paul. Maar ook de schijnwereld van variététheaters, wassenbeeldenspelen en bioscopen trekt hem magisch aan. ‘Waaruit bestond tenslotte de ernst van de wereld’. [3]  Het is toepasselijk dat slechts de beginletter van de achternaam van deze mevrouw wordt gegeven, want deze zottin is een crimineel, weliswaar een godsdienstwaanzinnige crimineel, maar een crimineel desalniettemin. [4]  (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.