De volgende definities zijn er voor het woord winkelaar
- iemand die detailhandel bezoekt om op een ontspannen manier inkopen te doen ▸ Er wordt vooral geklaagd over te late levering, het niet reageren op klachten van een winkelaar, en de weigering om geld terug te geven, ook als een product binnen de wettelijke termijn wordt teruggestuurd.[2] ▸ Roman Ostriakov werd in 2011 betrapt door een andere winkelaar, die de beveiliging inlichtte. Ostriakov had soepstengels afgerekend, maar had twee stukken kaas en een pakje worst in zijn zak gestopt. Vier jaar later werd hij schuldig bevonden aan diefstal en veroordeeld tot zes maanden cel en een boete van 100 euro, schrijft de BBC.[3] ▸ ⧖ Want waarom wandelt men? Om te wandelen? Neen; of tenminste: neen voor mij. Ik wandel om te zien. Vandaar dat ik een geboren winkelaar ben. Want men heeft, als stedeling, niet iedere morgen een oceaan, een zonverlicht beuken-hout of een steil Limburgsch pad hij de hand. Daarom ga ik in Amsterdam zoo graag langs de winkels. Er is in de winkels altijd nieuws te zien, het laatste nieuws van de wereld, want de winkels stellen vele van de schatten der wereld ten toon, al haar rijkdom.[4] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.