De volgende definities zijn er voor het woord werd
- enkelvoud verleden tijd van worden Ik werd. Jij werd. Hij, zij, het werd. ▸ Na veel passen en meten werd duidelijk dat we om en om op onze zij moesten gaan liggen.[1] ▸ Vooral in de media werd Buikhuisen verguisd, onder meer door columnist Piet Grijs (een pseudoniem van Hugo Brandt Corstius). Die noemde hem een "kale, impotente carrièrewetenschapper" en vergeleek hem met de toenmalige leider van de nationaalsocialistische Nederlandse Volks-Unie (NVU).[2] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.