weleens

De volgende definities zijn er voor het woord weleens

  • drukt een lage frequentie uit een enkele keer (maar vaker is niet uitgesloten) Zij had als kind weleens een konijn gehad.  Als je maar genoeg loten koopt, zul je weleens de hoofdprijs winnen.  minstens één keer De meeste Nederlanders zijn weleens in Amsterdam geweest.  Nu ik in Deventer ben, wil ik de Deventer koek weleens proberen.  ▸ Ik zou het ooit weleens proberen en een afgelegen plek zoeken om me terug te trekken.[1] meermaals, maar niet heel vaak Op zondag ging hij weleens wandelen met zijn vrouw.  Ik moet weleens terugdenken aan mijn schooltijd.  Sneeuw komt in het Midden-Oosten weleens voor, maar dat is wel bijzonder.  (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.