De volgende definities zijn er voor het woord week
- (tijdrekening), (eenheid) tijdseenheid van 7 dagen, meestal beginnend op maandag of zondag In China wordt elke week een kolencentrale gebouwd. Het is principieel onmogelijk een weersverwachting te maken op een termijn van meer dan twee weken. ▸ Nu is mijn witte paard ziek. Wilt u alstublieft een drank voor hem maken? Volgende week gaan wij naar Holland en zonder dat paard kan ik niet over de daken rijden.[6] ▸ Niet te geloven dat ik een week geleden nog in Nederland was bij mijn gezin.[7] ▸ Tot mijn verbazing wist ik deze zes weken durende tocht zonder noemenswaardige problemen te voltooien, waardoor ik voor het eerst echt begon te geloven dat mijn ‘American Dream’ wel eens in vervulling zou kunnen gaan.[7] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.