De volgende definities zijn er voor het woord wanboffer
- iemand die pech heeft "(…) Je hoort het wel bijtijds aan 't kraken van de trap." Ik ga voor alle zekerheid maar vast staan; ik ben nogal een wanboffer, en die trap kon nou wel'es net niét kraken… [1] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.