waaks

De volgende definities zijn er voor het woord waaks

  • heel goed de wacht kunnen houden, met name gezegd van waakhonden De inbreker had geen rekening gehouden met de waakse hond.  Tijd om te controleren of de schapen iets mankeert, is er niet. Hij moet ze opzij duwen voor de vastgelopen fietsers en scooteraars, die de kudde en de hond regelmatig complimenteren: „Prachtig gezicht”. „Je bent zo waaks, hè poppie.”[3]  (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.

Andere definities: