De volgende definities zijn er voor het woord vaarseizoen
- (geschiedenis) periode van het jaar waarin de overheersende windrichtingen en andere omstandigheden voor zeilschepen gunstig zijn om hun bestemming te bereiken Deze Nederlandse vloot had niet de minste oefening en toen zij in oktober, op last van Den Haag, in zee stak had zij - om welke redenen dan ook - een geheel vaarseizoen werkeloos voor anker gelegen. [2] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.