Navigatie tonen
Inloggen
Registreren
thuisbleef
De volgende definities zijn er voor het woord thuisbleef
(in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van thuisblijven ... dat ik thuisbleef. ... dat jij thuisbleef. ... dat hij, zij, het thuisbleef. (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.
Andere definities:
uitvoerder
geoperationaliseerd
toekomst
verwik
apekool