telkens

De volgende definities zijn er voor het woord telkens

  • elke keer Telkens als je dit plein oversteekt, word je door al die verkopers aangesproken.  ▸ Ik nam me telkens voor om meer te rusten, langer te slapen, een week naar mijn vader op Ibiza te gaan, maar het kwam er niet van.[2] ▸ Het pad gaat zelden rechtstreeks de berghelling op, er zijn telkens van die eindeloze haarspelden die zigzaggend de berg op en af gaan.[3] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.