De volgende definities zijn er voor het woord stonden
- meervoud verleden tijd van staan Wij stonden. Jullie stonden. Zij stonden. ▸ Na een gigantische knal vlak boven ons hoofd stonden de stoere jonge gasten binnen tien seconden ook binnen.[1] ▸ Nog zo'n typerende zwart-wit-foto is een groepsportret van een stel muzikanten uit Assen. Samen stonden ze bekend als de Showboot, een soort revuegezelschap waarmee ze langs feestzalen gingen. Harry Muskee staat in het midden in zwart kostuum. Hij heeft een grote bas voor zich, de handen op de snaren. Hij kijkt broeierig, hij heeft de blues. Het was op de drempel van de sixties.[2] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.