De volgende definities zijn er voor het woord spuiter
- iemand die spuit (brandweerman, gifspuiter in de landbouw, verfspuiter, drugsgebruiker) door de laatste betekenis heeft een een wat negatieve betekenis gekregen De foto's van alles wat zich hier nu voltrok. Van iedereen die kreunde, hijgde, drilde, lilde, schudde en schreeuwde. Van al die zweters, soppers, spuiters om ons heen. Het enige dat dit tafereel onderscheidde van de foto's was het gebrek aan gebalkte ogen. [2] De Polen werken bij tal van bedrijven in Twente, als lasser, montagemedewerker, staalbouwmonteur of spuiter.[3] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.