De volgende definities zijn er voor het woord snelden
- meervoud verleden tijd van snellen Wij snelden. Jullie snelden. Zij snelden. ▸ Ze arriveerden in bussen, maakten foto’s, kochten ijsjes en snelden in hun witte shirts door naar een volgende attractie.[1] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.