De volgende definities zijn er voor het woord schreef
- enkelvoud verleden tijd van schrijven Ik schreef. Jij schreef. Hij, zij, het schreef. ▸ Maar dit gevoel duurde niet lang want na een kort praatje schreef hij opeens een officiële boete uit voor de hele groep omdat het blijkbaar verboden was om boven op Mount Whitney te overnachten.[2] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.