De volgende definities zijn er voor het woord samenleef
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenleven ... dat ik samenleef. ▸ Die engel was mijn vrouw, met wie ik al 20 jaar samenleef, die altijd weer mijn ogen opent om dankbaar en tevreden te zijn met mijn leven.[1] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.