rondloop

De volgende definities zijn er voor het woord rondloop

  • (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondlopen ... dat ik rondloop.  ▸ Aangezien ik voornamelijk over de toekomst nadenk en constant met nieuwe plannen in mijn hoofd rondloop, moest ik opnieuw leren genieten van het hier en nu en mijn gevoel voor tijd totaal loslaten.[1] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.