De volgende definities zijn er voor het woord reizen
- ergatief gericht onderweg zijn naar een bepaalde bestemming Wij reizen geregeld naar Canada. ▸ ⧖ Maar hoe kwam het eigenlijk, dat je bent weggeloopen van die andere mannen in de bosschen en hierheen bent gereisd?[2] ▸ Duizenden supporters waren voor de wedstrijd naar De Kuip in Rotterdam gereisd, maar ook in Deventer zelf werd het duel nauwlettend gevolgd. Op terrassen en in kroegen in de binnenstad zagen mensen op grote schermen hoe AZ na strafschoppen werd verslagen.[3] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.