publiek

De volgende definities zijn er voor het woord publiek

  • een groep toeschouwers Het publiek komt niet meer bij van het lachen.  Nederland won uiteindelijk toch door een daverende score bij de tv-kijkers thuis. Van het publiek kreeg hij 261 punten, waarmee hij tweede werd achter Noorwegen. [2]  Als de gewrichten het begeven, klinken luide knallen, tot jolijt bij het publiek. [3]  ▸ De deelnemers krijgen de gladiolen traditiegetrouw van het publiek aangeboden op de laatste dag van het wandelevenement. Met hun armen vol bloemen lopen ze de stad in over de Sint Annastraat, die dan voor even Via Gladiola heet. Dit jaar dus niet.[4] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.