Navigatie tonen
Inloggen
Registreren
pratikeerde
De volgende definities zijn er voor het woord pratikeerde
enkelvoud verleden tijd van pratikeren Ik pratikeerde. Jij pratikeerde. Hij, zij, het pratikeerde. (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.
Andere definities:
definieerbaar
trasraam
mozaïektegels
knoedel
aangenagelde