opschrikte

De volgende definities zijn er voor het woord opschrikte

  • (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opschrikken ... dat ik opschrikte.  ... dat jij opschrikte.  ... dat hij, zij, het opschrikte.  (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.

Andere definities: