Navigatie tonen
Inloggen
Registreren
opliep
De volgende definities zijn er voor het woord opliep
(in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van oplopen ... dat ik opliep. ... dat jij opliep. ... dat hij, zij, het opliep. (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.
Andere definities:
bombast
winkelstand
thuiskrijg
herleidbaarheid
ingebedde