Navigatie tonen
Inloggen
Registreren
omboog
De volgende definities zijn er voor het woord omboog
(in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van ombuigen ... dat ik omboog. ... dat jij omboog. ... dat hij, zij, het omboog. (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.
Andere definities:
zondagsviering
japanoloog
afhankelijk
sukkelaar
struisvogelveer