oefenaar

De volgende definities zijn er voor het woord oefenaar

  • iemand die een ander een bepaalde vaardigheid aanleert Het ruwe, rauwe leven trok aan me. Als jongen was ik lid van een roversbende, de Zwarte Hand. Het clubblad schreef ik zelf vol. In Schotland leerde ik een vorm van doden die `silent killing' heet. Van oefenaren, dat waren allemaal ex-bajesklanten of boksers met een gebroken neus en bloemkooloren, leerden we dat soort kunstjes. Iemand klappen geven in de nek of van achteren besluipen en met een steekwapen ombrengen. [2]  (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.