nuffig

De volgende definities zijn er voor het woord nuffig

  • wat past bij iemand die zich verheven voelt boven andere mensen Nog twee outsiders zijn welkom: een kinderboekenschrijfster en een zanger. In die laatste herkennen we Johan Heldenbergh, die een amusante variant speelt op Bono, die andere bard van de machtigen. Zijn rol is echter te mager: het is alsof hij alleen moest opdraven om even een nuffige versie van ‘Walk on the wild side’ te spelen. Tja, die ondankbare bijrol is ook Bono’s lot. [3]  Een paar uur voor hij na de wedstrijd tegen Cambuur zijn afscheid aankondigt, bezoek ik hem bij hem thuis in Hengelo. Voor het laatste interview, het afscheid, het slot. Hoe vaak zaten we al niet tegenover elkaar in de afgelopen jaren? We bespraken alles. Natuurlijk het bekersucces, zijn vertrek naar Ajax, de kritiek die hem toen overviel en zijn terugkeer. Soms was hij nuffig, kortaf, soms uitgelaten vrolijk. Maar steeds meer toonde hij zijn kwetsbare kant. We spraken over zijn pijnlijke scheiding, maar ook over zijn nieuwe liefdesgeluk. Over het leven in alle lichte en donkere kanten. Zijn verhaal was ons verhaal. [4]  (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.