noords

De volgende definities zijn er voor het woord noords

  • betrekking hebbend op de Noordse landen (Denemarken, Noorwegen, Zweden, Finland, IJsland, Åland, de Faeröer en Groenland) In de herberg zag en sprak ik den Kapitein, die met twee der bemanning, de eenige die van de zes behouden waren, aan den haard zat. Een stoere kerel, Noords mannelijk schoon, kort van stel, goed in 't vleesch, forsch gespierd, groote blauwe oogen, blond-bruin haar, bruinrode wangen, spierwitte tanden. Nicolaas Beets DEN HAAG, 18 OKTOBER 1834[2]  (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.