nokvol

De volgende definities zijn er voor het woord nokvol

  • zo vol dat er niets meer bij kan In het 1528 inwoners tellende gehucht Nijkerkerveen in Gelderland zat de kantine van de plaatselijke vereniging Veensche Boys woensdagavond nokvol. Ajacied Donny van de Beek kwam voor de club uit voor hij bij de D-pupillen verkaste naar Amsterdam.[2]  Geschat wordt dat er ruim 120.000 mensen op de been zijn in de stad. Het Museumplein is 'nokvol'en ook het Leidseplein en Rembrandtplein zijn inmiddels helemaal volgestroomd.[3]  (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.