Navigatie tonen
Inloggen
Registreren
natmaakte
De volgende definities zijn er voor het woord natmaakte
(in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van natmaken ... dat ik natmaakte. ... dat jij natmaakte. ... dat hij, zij, het natmaakte. (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.
Andere definities:
heemraadschap
arbiter
windsurfte
voorschrijf
homoseksuelen