monkelen

De volgende definities zijn er voor het woord monkelen

  • inergatief smalend lachen, spotten ▸ De hoofdpersonen in uw boeken zijn vaak sombere, monkelende mannen die moeilijk in beweging te krijgen zijn en vastzitten. Verklaar u nader.[3] ▸ Van Persie acteerde wekenlang angstaanjagend waarheidsgetrouw een ontevreden kleuter, Sneijder bleek de buurman die zijn rotzooi bij je over de schutting gooit om zich daarna te beklagen over de rommelige tuinen in de straat, Robben was het meisje dat auditie doet voor de hoofdrol van de toneelavond en driftig wegloopt als ze met een bijrolletje wordt afgescheept en Van der Vaart de monkelende oom die best nóg een stukkie taart had gelust als iemand het hem tenminste gevraagd had.[4] ▸ Ik hoor u nu monkelen: u heeft makkelijk praten, drs. Van Amerongen. Dat klopt want wij hebben 3800 zonuren per jaar en u hoogstens 1400, als u tenminste het geluk hebt in Vlissingen of op Texel te wonen.[5] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.