Navigatie tonen
Inloggen
Registreren
mondde
De volgende definities zijn er voor het woord mondde
enkelvoud verleden tijd van monden Ik mondde. Jij mondde. Hij, zij, het mondde. (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.
Andere definities:
warmhouder
pronkstukken
afrand
meestergast
weerschip