mistroostigheid

De volgende definities zijn er voor het woord mistroostigheid

  • de eigenschap dat je er een sombere, verdrietige en minder hoopvolle stemming van krijgt ▸ Hoe verder hij kwam en hoe dichter bij de vijand, des te ordelijker en vrolijker was de aanblik die de troepen boden. De grootste wanorde en mistroostigheid heersten in de legertros bij Znaim, die vorst Andrej die ochtend had gepasseerd en die zich op tien werst van de Fransen bevond.[2] ▸ Het is Tjeenk Willinks opvolger Mariëtte Hamer dus niet gelukt een meerderheidskabinet te vormen. "Het verraste me niet", zegt Tjeenk Willink. "Je ziet het al een hele tijd van mijlenver aankomen. Tegelijkertijd geeft het ook een gevoel van mistroostigheid, in zekere zin plaatsvervangende schaamte."[3] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.