matheid

De volgende definities zijn er voor het woord matheid

  • stemming van een mens: vermoeid en onverschillig Als de eerste exitpolls binnenkomen, wordt er eerst wat aarzelend gejuicht. Pas bij de derde melding van de waarschijnlijke uitslag door de NOS klinken de zelffelicitaties overtuigend. Voor de aanvankelijke matheid worden verschillende verklaringen gegeven. De partij is de grootste, maar heeft wel, als de exitpoll klopt, 10 zetels verloren.[2]  (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.