Navigatie tonen
Inloggen
Registreren
marde
De volgende definities zijn er voor het woord marde
enkelvoud verleden tijd van marren Ik marde. Jij marde. Hij, zij, het marde. (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.
Andere definities:
bovenbeen
ziekenfondsverzekerd
hè
geheiligd
nogal