De volgende definities zijn er voor het woord luid
- veel lawaai producerend ▸ Langzaam nam hij zijn skibril af, keek me rustig aan, draaide het gastenboek naar zich toe en riep met een luide stem door het kleine café: ‘Tim Van Gogh.[2] ▸ De chauffeurs deden hun raampjes naar beneden en stelden hun radio's op dezelfde blueszender af, de muziek schalde zo luid uit de auto's dat we bang waren opgepakt te worden wegens verstoring van de openbare orde.[3] ▸ Maar Quick ging niet weg en ik moest mijn tsunami van gillen die ik op het plein wilde loslaten inhouden, een schreeuw van blijdschap die zo luid zou zijn dat hij over de daken helemaal tot aan de kust van Kent zou reizen.[3] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.