kraagstuk

De volgende definities zijn er voor het woord kraagstuk

  • (waterbeheer) zinkstuk dat de de oever én de bodem beschermt tegen wegspoelen Om het vollopen van polders na een dijkdoorbraak te vertragen beveelt Visser een solide teenconstructie aan op het buitentalud van de dijk (dus aan de kant waar het water staat). 'Die zou uit een kraagstuk kunnen bestaan met bestorting en een teenopsluiting met damwand, opdat de bres niet te diep wordt. Verder legt het op regelmatige afstanden dwars in de dijk aanbrengen van moeilijk te eroderen constructies, bijvoorbeeld kleiproppen of damwanden, de groei van het stroomgat in de breedte aan banden. De huidige dijken hebben buitendijks vaak al teenconstructies, ter bescherming tegen het stromende rivierwater, maar of die bij een ramp heel blijven weet niemand.' [2]  (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.