De volgende definities zijn er voor het woord konden
- meervoud verleden tijd van kunnen Wij konden. Jullie konden. Zij konden. ▸ Toen ook de kinderen mijn rare plan accepteerden stonden alle lichten ineens op groen. De voorbereidingen konden beginnen.[2] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.