kamwiel

De volgende definities zijn er voor het woord kamwiel

  • (wielrennen) het grote tandrad bij de trappers van een fiets ▸ Peeters en Demotte krijgen ook gezelschap van de twee federale ministers Alexander De Croo en Pieter De Crem. De Croo rijdt bijna in zijn achtertuin. Ondanks die parcourskennis kwam hij vorig jaar toch ten val, waarbij zijn kamwiel lelijk in zijn onderbeen sneed. De Croo moest verzorgd worden, maar het belette hem toen niet om verder te fietsen.[2] ▸ Onze landgenoot kampte met materiaalpech. “Hij had problemen met een kamwiel”, klonk het na afloop in het Belgische kamp. “Daardoor kon hij nooit in zijn ritme komen en draaide zijn wedstrijd al van bij de start in de soep.”[3] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.