kabouter

De volgende definities zijn er voor het woord kabouter

  • (folklore) sprookjesfiguur in de vorm van een klein mannetje, traditioneel met een puntmuts dat meestal wat mensenschuw is en zich plagerig of juist vriendelijk gedraagt ▸ In de zomer van 1932 heb ik in het Zeister Bos, niet ver van het Bisonpark, een kabouter gezien. Hij droeg een lange, felrode puntmuts; had een zakje over de rechterschouder. Ik was vijf, stond sceptisch tegenover de sprookjeswereld. „Kijk! Dat lijkt wel een kabouter!”, zei ik tegen mijn moeder. „Zeker”, zei ze. „In dit bos wonen er een stuk of tien.”[4] ▸ Er was eens een sprookjesverteller en die ging dood. Maar voordat hij stierf, wilde hij zo graag nog eens een kabouter zien.[5] ▸ Waar ligt de oorsprong van de kabouter? "Hij komt duidelijk uit de Germaanse hoek. Uit de Germaanse oerromantiek. Daarom is het ook zo gek dat die Amerikanen erop vallen. De kabouterromantiek komt zeker niet uit een Latijnse hoek."[6] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.