De volgende definities zijn er voor het woord jantje-van-leiden
- (pejoratief) (gedrag van een) gemakzuchtige mooiprater ▸ “Pagan” stamt van het Latijnse paganus, dorpeling en bij uitbreiding boerenkinkel, maar in militaire zin betekende het burgerman, iemand die, in tegenstelling tot een soldaat, niet ten strijde trok, maar achterbleef. En het is in de zin van achterblijver dat de christelijke schrijvers het woord gebruikten: de christelijke rigoristen beschouwden zichzelf als soldaten van de ene, ware God en wie weigerde de wapens op te pakken in de heilige oorlog die het geloof voor hen was, was een achterblijver, een jantje-van-leiden, een `paganus'.[2] ▸ Het is aardig dat Marijnissen, die zich waarschijnlijk niet bewust is van het artikel van Van Schaik, die stelling - voor wat zij waard is - weer heeft opgevat, en het is nog aardiger dat de regering zich daar niet met een jantje-van-leiden van heeft afgemaakt, maar er serieus op is ingegaan.[3] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.