De volgende definities zijn er voor het woord hem
- accusatief m derde persoon enkelvoud Ik zie de man -> ik zie hem. ▸ Jack was een kale man van in de zestig die 35 jaar geleden zelf de PCT had gelopen. Het ging er volgens hem destijds heel anders aan toe dan nu. ‘Mijn rugzak woog wel 20 kilo, en nu loopt iedereen met dat ultralichte spul.[5] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.