hadden

De volgende definities zijn er voor het woord hadden

  • meervoud verleden tijd van hebben Wij hadden.  Jullie hadden.  Zij hadden.  ▸ Slechts vier mensen, waaronder ik, hadden microspikes voor onder hun schoenen.[1] ▸ Ook inhoudelijk verschilden ze: Van Mierlo vond dat de ideologieën hun tijd hadden gehad, Terlouw meende dat D66 bestaansrecht had als sociaalliberale partij.[2] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.