De volgende definities zijn er voor het woord haar
- bezit aanduidend door een derde persoon vrouwelijk enkelvoud Zij heet Anna. Haar man heet Jan. ▸ De VU laat aan de NOS weten te waarderen dat het werkveld erg betrokken is. "De realiteit blijft echter dat de afdeling Aardwetenschappen langdurig te maken heeft met structurele financiële tekorten, ondanks eerdere reorganisaties en gedeeltelijk steun van andere afdelingen. Deze structurele tekorten zijn niet langer mogelijk gezien de bezuinigingsopgave waar we als faculteit, maar ook als universiteit in haar geheel, nu voor staan."[6] ▸ Met haar metalen golfplaten dak leek deze plek me niet geschikt om bescherming te bieden, eerder een uitnodiging aan de bliksem om in te slaan.[7] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.