haar

De volgende definities zijn er voor het woord haar

  • bezit aanduidend door een derde persoon vrouwelijk enkelvoud Zij heet Anna. Haar man heet Jan.  ▸ Met haar metalen golfplaten dak leek deze plek me niet geschikt om bescherming te bieden, eerder een uitnodiging aan de bliksem om in te slaan.[6] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.