De volgende definities zijn er voor het woord gold
- enkelvoud verleden tijd van gelden Ik gold. Jij gold. Hij, zij, het gold. ▸ Het leven in al zijn verscheidenheid werd dichtgeschroeid, en dat gold ook voor de kunst.[1] ▸ In zijn tijd gold Antonius als een zo'n begenadigd preker dat hij zelfs de vissen kon doen luisteren. Hij was tijdens zijn leven al zo geliefd dat paus Gregorius IX hem binnen een jaar na zijn dood in 1231 heilig verklaarde.[2] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.