De volgende definities zijn er voor het woord gok
- (verouderd) (Jiddisch-Hebreeuws) een zeker kansspel, vooral met dobbelstenen ▸ Het Gok-spel op de Wandelpier. Er wordt zwaar gegokt op de wandelpier, Riep een Kam er groepje met heel veel getier[3] ▸ kerels, die vrouwen en kinderen lieten krepeeren van honger in winternaakte. Zoo ging laatste duit in hevige zuipkoorts en driftigen gok, naar vettige, joviale, buldoggige kasteleins, die meerookten pijpen, pijpen vol zware tabak,[4] ▸ Maar Jan Voetlicht verklaarde, ondanks het gevaar waarin de jongens verkeerden, dat alles moest wijken voor de chaske, den gok en den bik.[5] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.