fris

De volgende definities zijn er voor het woord fris

  • schoon, zuiver, prettig ruikend De badkamer is weer helemaal fris.  ▸ Het was altijd een feest als ik op een kleine waterbron recht uit de berg stuitte. Dit frisse water uit de ondergrondse meren (aquifers geheten) dronk ik direct uit de berg, zonder het te hoeven filteren.[3] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.