Navigatie tonen
Inloggen
Registreren
farceerde
De volgende definities zijn er voor het woord farceerde
enkelvoud verleden tijd van farceren Ik farceerde. Jij farceerde. Hij, zij, het farceerde. (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.
Andere definities:
inkrijgen
peter
provisioneel
overtoom
onderschraagt