erom

De volgende definities zijn er voor het woord erom

  • persoonlijk *om+het, *om+ze: om de reden, Hij heeft het erom gedaan.  Hij probeerde een 1 aprilgrap uit te halen, maar niemand moest erom lachten.  Het gaat erom dat „bekende overlastgevers” binnen blijven, aldus Dijkhoff. Hij heeft hierover maandag met burgemeesters gesproken, zei hij in het radioprogramma Dit is de Dag. [1]  ▸ ‘Denk erom hè… Geen haast,’ riep hij me na terwijl ik naar de grensmuur liep om mijn hand op het koude ijzer te leggen en mezelf moed in te praten: ‘veilig thuiskomen’.[2] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.