eigen

De volgende definities zijn er voor het woord eigen

  • op zichzelf betrekking hebbend, van jezelf Eigen huis.  Vakantie in eigen land.  ▸ Ik heb nooit alleen gewoond, ik ben altijd met anderen op pad en ik ga met mijn gezin op vakantie of met vrienden een weekendje weg. Een doodgewone veertiger met een eigen bedrijf, twintig jaar getrouwd, vader van drie, die elke zondag het gras maait.[4] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.