doorborduurde

De volgende definities zijn er voor het woord doorborduurde

  • (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doorborduren ... dat ik doorborduurde.  ... dat jij doorborduurde.  ... dat hij, zij, het doorborduurde.  (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.