De volgende definities zijn er voor het woord doch
- nevenschikkend voegwoord dat een contrasterend verband uitdrukt (formeler dan maar) Hij was een edel mens, doch een schoft. De heer Olivier B. Bommel eet meestal een eenvoudige, doch voedzame maaltijd. ▸ Hij pakte Chantals handen en trok haar voorzichtig doch vastbesloten naar zich toe.[2] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.